Als de tank van je auto bijna leeg is, kun je die beter vandaag vullen dan morgen. Per zaterdag 1 juli worden namelijk de accijzen voor benzine en diesel verhoogd.

De brandstofbelasting werd 1 april 2022 tijdelijk verlaagd als koopkrachtmaatregel. Zaterdag wordt deze lastenverlichting grotendeels weer teruggedraaid. Ook wordt er een inflatiecorrectie doorgevoerd.

En dat ga je voelen in je portemonnee. Je betaalt per 1 juli over een liter benzine bijna 0,79 euro accijns. Dat is 13,8 cent meer dan nu. Tank je 50 liter, dan moet je dus 39,50 euro afdragen aan de schatkist, 6,90 euro meer dan nu.

De huidige benzineprijzen liggen gemiddeld op 1,83 euro voor een liter Euro95. Daar komt vanaf 1 juli dus 13,8 cent bij, wat betekent dat een liter benzine straks ongeveer 1,97 euro kost.

Ook de accijns op diesel en LPG gaat omhoog. Voor een liter diesel moet je vanaf 1 juli bijna 52 cent accijns betalen. Dat is afgrond 10 cent per liter meer dan het huidige tarief.

Goed, tanken wordt dus duurder. Maar er zijn nog wel genoeg manieren om te besparen als je straks met je auto naar je vakantiebestemming rijdt. Business Insider belicht 9 tips van de ANWB.

ANP/Vincent Jannink

1. Tank in het buitenland

Veel Nederlanders zullen bekend zijn met dit trucje: gooi de tank vol in het buitenland. Een liter Euro95 kost in België en Duitsland eind juni respectievelijk zo'n 14 en 4 cent goedkoper dan in Nederland.

Luxemburg is het goedkoopst. Een liter benzine kost hier eind juni zo'n 26 cent minder.

Deze verschillen zullen toenemen als de accijnsverhoging zaterdag in Nederland per 1 juli wordt doorgevoerd.

2. Kies het juiste tankstation

Aanvullend op het eerste punt, maakt het ook uit bij welk tankstation je brandstof tapt. Ja, tanken in België of Duitsland is goedkoper dan in Nederland. Maar er zijn ook enorme verschillen binnen die landen.

In Duitsland lopen de verschillen op tot 60 cent per liter. Dat betekent dat je met één tankbeurt van 50 liter al 30 euro kan besparen. In Frankrijk betaal je vaak 20 cent per liter minder bij 'hypermarchés' als Carrefour.

Voor een actueel overzicht, kun je de Onderweg-app van de ANWB downloaden op je smartphone, maar je kunt ook kijken naar apps voor goedkoop tanken in bijvoorbeeld Frankrijk (mon-essence.fr), Duitsland (clever-tanken.de) of Italië (prezzi benzina)

3. Houd rekening met tolwegen

De ene route is duurder dan de andere. Reis je van Rotterdam naar Pisa, dan ben je goedkoper uit wanneer je via Duitsland en Zwitserland rijdt dan via België en Frankrijk.

Moet je door bijvoorbeeld de Mont Blanc-tunnel, overweeg hier dan een retourticket voor te kopen. Dit kan je tientallen euro's besparen. Let wel: dit is alleen mogelijk wanneer je binnen een week terugkeert.

Weten welke route het goedkoopst is voor jou? Gebruik dan de routeplanner van de ANWB of bijvoorbeeld Michelin.

4. Pas op voor de 'onzichtbare' tolpoort

In Frankrijk moet je extra oppassen voor de flux libre. Dit is in feite een tolstation met camera's in plaats van slagbomen. Een boete kan oplopen tot 375 euro.

Hoe voorkom je die boete? Door te betalen, natuurlijk. Dat gaat automatisch via je tolbadge, maar kan ook bij een tankstation aan de snelweg of online.

Voor nu is de flux libre nog maar op één Franse snelweg te vinden: de A79 (Moulins – Montmarault).

5. Check of je een milieusticker of vignet nodig hebt

Minstens zo belangrijk als tolwegen, zijn milieustickers en vignetten. Rijd je in België zonder sticker een Lage Emissie Zone (LEZ) binnen? Dan kun je zonder waarschuwing een boete krijgen van 150 euro.

Online kun je checken of je een milieusticker nodig hebt. Dit geldt ook voor Duitse Umweltzones en de Zona a Traffico Limitato in Italië. Zit je hotel in die laatste zone, dan moet je vooraf een vergunning aanvragen.

6. Rijd niet te hard

Nog een manier om boetes te voorkomen: rijd niet te hard.

Door je snelheid te beperken, bespaar je ook brandstof. Rijd je geen 130 kilometer per uur, maar tussen de 80 en 100 kilometer per uur? Dan bespaar je al gauw 25 liter per 1.000 kilometer. Je portemonnee zal je dankbaar zijn.

ANP/Robin Utrecht

7. Neem niet te veel spullen mee

Ook het gewicht van de auto is van invloed op het brandstofverbruik. Elke 100 kilogram extra gewicht die je mee verhuist, kost per 1.000 kilometer zo'n 5 liter extra benzine. Dat tikt aan.

Maar ja, papa deze zomer thuislaten gaat niet. Een dakkoffer of fietsendrager daarentegen. Deze vergroten je luchtweerstand, waardoor je tank sneller leeg raakt.

8. Rijd op zondag, 's avonds of doordeweeks

Filerijden is niet alleen zonde van je tijd, het kost ook geld. Door constant op te trekken en af te remmen, verbruik je namelijk extra veel brandstof.

Door op zondag, 's avonds en – in mindere mate – doordeweeks te rijden, verklein je de kans op files.

9. Zet je airco niet te hard

Je airco slurpt energie en dus brandstof. Hoe fijn het ook mag zijn om in een koelkast richting Zuid-Frankrijk te rollen, zet je airco niet meer dan 5 graden lager dan de buitentemperatuur.

Ben je tegendraads en kies je voor 10 graden, dan kost dat bij een moderne airco zo'n 0,2 tot 0,4 liter brandstof extra per 100 kilometer. Een enkeltje naar de Côte d'Azur kost dan al gauw liters extra.

LEES OOK: We namen onze eigen wifi mee op vakantie: is een mobiele router de investering waard?